begrijpen

Conjugations List of Begrijpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbegrijpbegreepheb begrepen
jij, je, ubegrijptbegreephebt begrepen
hij, zij, hetbegrijptbegreepheeft begrepen
wijbegrijpenbegrepenhebben begrepen
julliebegrijpenbegrepenhebben begrepen
zij, zebegrijpenbegrepenhebben begrepen

Presens
Beta

Example presens sentences for Begrijpen with some of the pronouns.

  • Ik begrijp de instructies.
  • Jij begrijpt de situatie niet.
  • Hij/zij begrijpt de taal goed.
  • Wij begrijpen de reden achter de beslissing.
  • Zij begrijpen de complexiteit van het probleem.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Begrijpen with some of the pronouns.

  • Vroeger begreep ik haar niet.
  • Toen begreep jij de consequenties niet.
  • Hij/zij begreep de context niet helemaal.
  • Wij begrepen destijds de impact niet.
  • Zij begrepen het probleem niet volledig.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Begrijpen with some of the pronouns.

  • Ik heb de uitleg begrepen.
  • Jij hebt de boodschap begrepen.
  • Hij/zij heeft de lesstof goed begrepen.
  • Wij hebben de nieuwe regels begrepen.
  • Zij hebben het belang ervan begrepen.