overstromen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stroom over | stroomde over | ben overgestroomd |
jij, je, u | stroomt over | stroomde over | bent overgestroomd |
hij, zij, het | stroomt over | stroomde over | is overgestroomd |
wij | stromen over | stroomden over | zijn overgestroomd |
jullie | stromen over | stroomden over | zijn overgestroomd |
zij, ze | stromen over | stroomden over | zijn overgestroomd |
PresensBeta
Example presens sentences for Overstromen with some of the pronouns.
- De rivier stroomt over bij hevige regenval.
- Het water overstroomt de straten na de storm.
- Tijdens de lente kunnen de gebieden rondom de rivieren overstromen.
- De kelder van mijn huis overstroomt regelmatig als het hard regent.
- Als de dam breekt, zal het water het hele gebied overstromen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overstromen with some of the pronouns.
- Vroeger overstroomden de rivieren in dit gebied vaak.
- Toen ik jong was, overstroomde ons huis regelmatig tijdens het regenseizoen.
- In de jaren '90 waren er verschillende grote overstromingen in dit land.
- Tijdens de stormen van vorig jaar overstroomde de kustlijn ernstig.
- Elke winter leek het alsof het hele land onder water stond door de vele overstromingen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overstromen with some of the pronouns.
- De rivier is vorige week overgestroomd door de zware regenval.
- Ik heb nog nooit meegemaakt dat dit gebied zo erg overstroomd is.
- Nadat de dijken waren versterkt, zijn de dorpen niet meer overstroomd.
- Ze hebben snel gehandeld om te voorkomen dat de stad zou overstromen.
- Sinds de nieuwe waterbeheersingsmaatregelen zijn genomen, is het aantal overstromingen afgenomen.