uitbarsten

Conjugations List of Uitbarsten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbarst uitbarstte uitben uitgebarsten
jij, je, ubarst uitbarstte uitbent uitgebarsten
hij, zij, hetbarst uitbarstte uitis uitgebarsten
wijbarsten uitbarstten uitzijn uitgebarsten
julliebarsten uitbarstten uitzijn uitgebarsten
zij, zebarsten uitbarstten uitzijn uitgebarsten

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitbarsten with some of the pronouns.

  • De vulkaan barst uit en spuwt lava.
  • Ik barst bijna van de zenuwen voor mijn presentatie.
  • De situatie dreigt uit te barsten in een conflict.
  • Wanneer barst het feest los?
  • Zij barsten van energie na een goede nachtrust.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitbarsten with some of the pronouns.

  • De vulkaan barstte uit en veroorzaakte paniek onder de inwoners.
  • Toen ik het slechte nieuws hoorde, barstte ik in tranen uit.
  • Tijdens de vergadering barstte er een hevige discussie uit.
  • Vroeger barstten we altijd in lachen uit bij die komische tv-show.
  • Het onweer barstte los en het begon hard te regenen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitbarsten with some of the pronouns.

  • De vulkaan is uitgebarsten en heeft veel schade veroorzaakt.
  • Ik ben uitgebarsten van woede toen ik het nieuws hoorde.
  • Het conflict is vorige week uitgebarsten en duurt nog steeds voort.
  • Ze zijn uitgebarsten in lachen bij het zien van de grappige video.
  • De bom is eindelijk uitgebarsten en heeft geleid tot grote veranderingen.