mixen

Conjugations List of Mixen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmixmixteheb gemixt
jij, je, umixtmixtehebt gemixt
hij, zij, hetmixtmixteheeft gemixt
wijmixenmixtenhebben gemixt
julliemixenmixtenhebben gemixt
zij, zemixenmixtenhebben gemixt

Presens
Beta

Example presens sentences for Mixen with some of the pronouns.

  • Ik mix een heerlijke cocktail voor je.
  • Jij mixt de ingrediënten goed door elkaar.
  • Hij/zij/het mixt de verf tot een egale kleur.
  • Wij mixen graag verschillende smaken in onze smoothies.
  • Jullie mixen de muziek voor het feest.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mixen with some of the pronouns.

  • Vroeger mixte ik altijd mijn eigen drankjes.
  • Toen jij begon met mixen, was ik al ervaren.
  • Hij/zij/het mixte de verf zorgvuldig om klontjes te voorkomen.
  • Wij mixten vroeger vaak allerlei ingrediënten bij elkaar.
  • Jullie mixten de liedjes handmatig voordat er digitale software was.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mixen with some of the pronouns.

  • Ik heb de ingrediënten goed gemixt.
  • Jij hebt al eerder cocktails gemixt.
  • Hij/zij/het heeft de verf grondig gemixt.
  • Wij hebben de smaken perfect gemixt in onze smoothie.
  • Jullie hebben de muziek uitstekend gemixt voor het feest.