verstrijken

Conjugations List of Verstrijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverstrijkverstreekheb verstreken
jij, je, uverstrijktverstreekhebt verstreken
hij, zij, hetverstrijktverstreekheeft verstreken
wijverstrijkenverstrekenhebben verstreken
jullieverstrijkenverstrekenhebben verstreken
zij, zeverstrijkenverstrekenhebben verstreken

Presens
Beta

Example presens sentences for Verstrijken with some of the pronouns.

  • De tijd verstrijkt snel.
  • Ik merk dat de dagen verstrijken zonder veel vooruitgang.
  • Hij verstrijkt zijn tijd met nutteloze activiteiten.
  • Wij realiseren ons hoe snel de jaren verstrijken.
  • Jullie zien de tijd verstrijken, maar doen niets om het te stoppen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verstrijken with some of the pronouns.

  • De tijd verstreek langzaam.
  • Ik merkte dat de dagen verstreken zonder veel vooruitgang.
  • Hij verstreek zijn tijd met nutteloze activiteiten.
  • Wij realiseerden ons hoe snel de jaren verstrekten.
  • Jullie zagen de tijd verstrijken, maar deden niets om het te stoppen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verstrijken with some of the pronouns.

  • De tijd is snel verstreken.
  • Ik heb gemerkt hoe de dagen zijn verstreken zonder veel vooruitgang.
  • Hij heeft zijn tijd verstreken met nutteloze activiteiten.
  • Wij hebben gerealiseerd hoe snel de jaren zijn verstreken.
  • Jullie hebben de tijd zien verstrijken, maar hebben niets gedaan om het te stoppen.