happen

Conjugations List of Happen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhaphapteheb gehapt
jij, je, uhapthaptehebt gehapt
hij, zij, hethapthapteheeft gehapt
wijhappenhaptenhebben gehapt
julliehappenhaptenhebben gehapt
zij, zehappenhaptenhebben gehapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Happen with some of the pronouns.

  • Het gebeurt vaak dat ik te laat kom.
  • Wat er ook gebeurt, we moeten positief blijven.
  • Dit jaar gebeuren er veel interessante evenementen in de stad.
  • Wanneer gebeurt de vergadering?
  • Het is vreemd hoe dingen soms gebeuren zonder reden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Happen with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, gebeurde het vaak dat ik in bomen klom.
  • Vroeger gebeurden er meer ongelukken op deze weg.
  • Het spijt me dat ik niet kon komen toen het gebeurde.
  • Elke keer dat ik langskwam, gebeurde er iets grappigs.
  • Gisteren gebeurde er iets dat me aan het lachen maakte.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Happen with some of the pronouns.

  • Ik ben naar een concert geweest en er zijn veel leuke dingen gebeurd.
  • Heb je gehoord wat er gisteren is gebeurd?
  • We hebben nog nooit zoiets vreemds meegemaakt.
  • Er zijn veel veranderingen gebeurd sinds ik hier ben gekomen.
  • Ik heb altijd al willen zien wat er achter de schermen gebeurt.