omranden

Conjugations List of Omranden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikomrandomranddeheb omrand
jij, je, uomrandtomranddehebt omrand
hij, zij, hetomrandtomranddeheeft omrand
wijomrandenomranddenhebben omrand
jullieomrandenomranddenhebben omrand
zij, zeomrandenomranddenhebben omrand

Presens
Beta

Example presens sentences for Omranden with some of the pronouns.

  • Ik omrand de foto met een mooie lijst.
  • Jij omrandt je tekening met een zwarte pen.
  • Hij omrandt de tekst met een gekleurde marker.
  • Zij omranden de landkaart met een dunne stift.
  • Wij omranden de poster met glittertape.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omranden with some of the pronouns.

  • Vroeger omrande ik mijn tekeningen altijd met potlood.
  • Toen ik jong was, omrande ik foto's met plakband.
  • Hij omrande vroeger zijn schetsen met een dunne pen.
  • Zij omrandden de brieven met een handgescheurde rand.
  • Wij omranden vaak oude ansichtkaarten met vintage papier.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omranden with some of the pronouns.

  • Ik heb de afbeelding omrand met een gouden rand.
  • Jij hebt je schilderij mooi omrand met een houten lijst.
  • Hij heeft de tekst omrand met een dikke zwarte rand.
  • Zij hebben de foto's omrand met verschillende kleuren.
  • Wij hebben het kunstwerk prachtig omrand met zilverfolie.