uitluchten

Conjugations List of Uitluchten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklucht uitluchtte uitheb uitgelucht
jij, je, ulucht uitluchtte uithebt uitgelucht
hij, zij, hetlucht uitluchtte uitheeft uitgelucht
wijluchten uitluchtten uithebben uitgelucht
jullieluchten uitluchtten uithebben uitgelucht
zij, zeluchten uitluchtten uithebben uitgelucht

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitluchten with some of the pronouns.

  • Ik lucht elke dag uit na het schoonmaken.
  • Jij lucht de kamer uit voordat je gaat slapen.
  • Hij/Zij lucht regelmatig uit om frisse lucht binnen te laten.
  • Wij luchten de dekens regelmatig om ze op te frissen.
  • Jullie luchten de ruimte altijd goed door voor de gasten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitluchten with some of the pronouns.

  • Vroeger luchtte ik altijd uit voordat ik ging slapen.
  • Toen we klein waren, luchtten we regelmatig de speelkamer uit.
  • Hij/Zij luchtte vaak uit na het sporten.
  • In die tijd luchtten we de matrassen regelmatig uit in de zon.
  • Jullie luchtten de tent regelmatig uit tijdens de kampeervakantie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitluchten with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren uitgelucht na het schilderen.
  • Jij hebt de kamer vorige week uitgelucht voordat de visite kwam.
  • Hij/Zij heeft net uitgelucht om de muffe geur te verdrijven.
  • Wij hebben de gordijnen uitgelucht na het wassen.
  • Jullie hebben de kamers grondig uitgelucht voor de renovatie.