ontstrijden

Conjugations List of Ontstrijden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontstrijdontstreedheb ontstreden
jij, je, uontstrijdtontstreedhebt ontstreden
hij, zij, hetontstrijdtontstreedheeft ontstreden
wijontstrijdenontstredenhebben ontstreden
jullieontstrijdenontstredenhebben ontstreden
zij, zeontstrijdenontstredenhebben ontstreden

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontstrijden with some of the pronouns.

  • Ik ontstrijd de onrechtvaardigheid in de wereld.
  • Jij ontstrijdt altijd je tegenstanders in debatten.
  • Hij ontstrijdt de titel van kampioen met volle overtuiging.
  • Wij ontstrijden de heersende opvattingen en zoeken naar vernieuwing.
  • Zij ontstrijden de concurrentie door innovatieve strategieën toe te passen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontstrijden with some of the pronouns.

  • Ik ontstred de onrechtvaardigheid in de wereld.
  • Jij ontstred altijd je tegenstanders in debatten.
  • Hij ontstred de titel van kampioen met volle overtuiging.
  • Wij ontstreden de heersende opvattingen en zochten naar vernieuwing.
  • Zij ontstreden de concurrentie door innovatieve strategieën toe te passen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontstrijden with some of the pronouns.

  • Ik heb de onrechtvaardigheid in de wereld ontstreden.
  • Jij hebt altijd je tegenstanders in debatten ontstreden.
  • Hij heeft de titel van kampioen ontstreden met volle overtuiging.
  • Wij hebben de heersende opvattingen ontstreden en zoeken naar vernieuwing.
  • Zij hebben de concurrentie ontstreden door innovatieve strategieën toe te passen.