indoen

Conjugations List of Indoen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoe indeed inheb ingedaan
jij, je, udoet indeed inhebt ingedaan
hij, zij, hetdoet indeed inheeft ingedaan
wijdoen indeden inhebben ingedaan
julliedoen indeden inhebben ingedaan
zij, zedoen indeden inhebben ingedaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Indoen with some of the pronouns.

  • Ik doe mijn jas aan.
  • Jij doet je schoenen aan.
  • Hij doet zijn bril op.
  • Zij doet een muts op.
  • We doen onze handschoenen aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Indoen with some of the pronouns.

  • Toen ik thuiskwam, deed ik mijn jas aan.
  • Vroeger deed jij altijd je schoenen aan.
  • Hij deed gisteren zijn bril op.
  • Zij deed elke winter een muts op.
  • Als het koud was, deden we onze handschoenen aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Indoen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn jas aangedaan.
  • Jij hebt je schoenen aangedaan.
  • Hij heeft zijn bril opgedaan.
  • Zij heeft een muts opgedaan.
  • We hebben onze handschoenen aangedaan.