pluizen

Conjugations List of Pluizen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpluisploosheb geplozen
jij, je, upluistplooshebt geplozen
hij, zij, hetpluistploosheeft geplozen
wijpluizenplozenhebben geplozen
julliepluizenplozenhebben geplozen
zij, zepluizenplozenhebben geplozen

Presens
Beta

Example presens sentences for Pluizen with some of the pronouns.

  • Ik pluis de boekenkast uit om te zien welke boeken ik kan doneren.
  • Jij pluist altijd alles tot in detail uit voordat je een beslissing neemt.
  • Hij pluist de oude documenten door op zoek naar belangrijke informatie.
  • Wij pluizen de handleiding van de nieuwe machine om te begrijpen hoe het werkt.
  • Zij pluizen de marktanalyse uit om trends en kansen te identificeren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Pluizen with some of the pronouns.

  • Vroeger pluisde ik altijd mijn speelgoedbeesten uit om ze schoon te maken.
  • Toen we jong waren, pluisden we samen oude tijdschriften uit op zoek naar interessante artikelen.
  • Hij pluisde vroeger graag detectiveverhalen uit om de mysteries op te lossen.
  • Als kind pluisden wij vaak oude kledingstukken uit om knopen en draadjes te repareren.
  • Zij pluisden als tieners vaak boeken over mode uit voor inspiratie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Pluizen with some of the pronouns.

  • Ik heb de hele dag de zolder uitgepluisd om spullen weg te gooien.
  • Jij hebt alle e-mails grondig uitgeplozen voordat je ze beantwoordde.
  • Hij heeft de archieven minutieus uitgepluisd om bewijsmateriaal te vinden.
  • Wij hebben de financiĆ«le gegevens nauwkeurig uitgevlooid voor de audit.
  • Zij hebben de contractvoorwaarden zorgvuldig uitgepluisd voordat ze akkoord gingen.