ontzouten

Conjugations List of Ontzouten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontzoutontzoutteheb ontzout
jij, je, uontzoutontzouttehebt ontzout
hij, zij, hetontzoutontzoutteheeft ontzout
wijontzoutenontzouttenhebben ontzout
jullieontzoutenontzouttenhebben ontzout
zij, zeontzoutenontzouttenhebben ontzout

Presens

Example presens sentences for Ontzouten with some of the pronouns.

  • Ik ontzout water om het drinkbaar te maken.
  • Jij ontzout voedsel om de smaak te verbeteren.
  • Hij ontzout regelmatig vlees voor het koken.
  • Wij ontzouten zeewater in een speciale installatie.
  • Zij ontzouten groenten voor het inblikken.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Ontzouten with some of the pronouns.

  • Vroeger ontzoutte ik water met de hand.
  • Toen ik jong was, ontzoutte jij vaak voedsel.
  • Hij ontzoutte regelmatig vlees voor het koken.
  • In die tijd ontzoutten wij zeewater in een oude fabriek.
  • Zij ontzoutten groenten voordat ze werden ingeblikt.

Perfectum

Example perfectum sentences for Ontzouten with some of the pronouns.

  • Ik heb water ontzout om het drinkbaar te maken.
  • Jij hebt voedsel ontzout om de smaak te verbeteren.
  • Hij heeft regelmatig vlees ontzout voor het koken.
  • Wij hebben zeewater ontzout in een speciale installatie.
  • Zij hebben groenten ontzout voor het inblikken.