ontzwavelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontzwavel | ontzwavelde | heb ontzwaveld |
jij, je, u | ontzwavelt | ontzwavelde | hebt ontzwaveld |
hij, zij, het | ontzwavelt | ontzwavelde | heeft ontzwaveld |
wij | ontzwavelen | ontzwavelden | hebben ontzwaveld |
jullie | ontzwavelen | ontzwavelden | hebben ontzwaveld |
zij, ze | ontzwavelen | ontzwavelden | hebben ontzwaveld |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontzwavelen with some of the pronouns.
- We ontzwavelen de brandstof om de uitstoot te verminderen.
- Jij ontzwavelt de zwavelhoudende stoffen uit het water.
- Hij/zij/het ontzwavelt de benzine voor de auto's.
- Wij ontzwavelen de lucht in de fabriek.
- Jullie ontzwavelen de steenkool voordat je het gebruikt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontzwavelen with some of the pronouns.
- Vroeger ontzwavelde men de brandstof met behulp van chemische processen.
- Toen ik jong was, ontzwavelde ik altijd de zwavelhoudende stoffen uit het water.
- Hij/zij/het ontzwavelde regelmatig de benzine voor de auto's.
- In die tijd ontzwavelde men de lucht in de fabriek nog niet.
- Jullie ontzwavelde de steenkool altijd voordat je het gebruikte.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontzwavelen with some of the pronouns.
- We hebben de brandstof ontzwaveld om de uitstoot te verminderen.
- Jij hebt de zwavelhoudende stoffen uit het water ontzwaveld.
- Hij/zij/het heeft de benzine voor de auto's ontzwaveld.
- Wij hebben de lucht in de fabriek ontzwaveld.
- Jullie hebben de steenkool ontzwaveld voordat je het gebruikt.