opboeien

Conjugations List of Opboeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikboei opboeide opheb opgeboeid
jij, je, uboeit opboeide ophebt opgeboeid
hij, zij, hetboeit opboeide opheeft opgeboeid
wijboeien opboeiden ophebben opgeboeid
jullieboeien opboeiden ophebben opgeboeid
zij, zeboeien opboeiden ophebben opgeboeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Opboeien with some of the pronouns.

  • Ik boei op tijdens de les.
  • Jij boeit je publiek met je presentatie.
  • Hij boeit de lezers met zijn spannende verhalen.
  • Wij boeien het publiek met onze muziek.
  • Zij boeien de kijkers met hun acteerprestaties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opboeien with some of the pronouns.

  • Ik boeide op tijdens de les.
  • Jij boeide je publiek met je presentatie.
  • Hij boeide de lezers met zijn spannende verhalen.
  • Wij boeiden het publiek met onze muziek.
  • Zij boeiden de kijkers met hun acteerprestaties.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opboeien with some of the pronouns.

  • Ik heb opgeboeid tijdens de les.
  • Jij hebt je publiek geboeid met je presentatie.
  • Hij heeft de lezers geboeid met zijn spannende verhalen.
  • Wij hebben het publiek geboeid met onze muziek.
  • Zij hebben de kijkers geboeid met hun acteerprestaties.