smarten

Conjugations List of Smarten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksmartsmartteheb gesmart
jij, je, usmartsmarttehebt gesmart
hij, zij, hetsmartsmartteheeft gesmart
wijsmartensmarttenhebben gesmart
julliesmartensmarttenhebben gesmart
zij, zesmartensmarttenhebben gesmart

Presens
Beta

Example presens sentences for Smarten with some of the pronouns.

  • Ik smart vandaag.
  • Jij smart elke dag.
  • Hij/zij/het smart regelmatig.
  • Wij smarten graag samen.
  • Jullie smarten vaak in de avond.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Smarten with some of the pronouns.

  • Ik smartte vroeger altijd.
  • Jij smartte gisteravond.
  • Hij/zij/het smartte elke dag.
  • Wij smartten regelmatig.
  • Jullie smartten vaak toen we jong waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Smarten with some of the pronouns.

  • Ik heb gesmart gisteren.
  • Jij hebt al gesmart.
  • Hij/zij/het heeft vroeger veel gesmart.
  • Wij hebben samen gesmart.
  • Jullie hebben al vaak gesmart.