kristalliseren

Conjugations List of Kristalliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkristalliseerkristalliseerdeheb gekristalliseerd
jij, je, ukristalliseertkristalliseerdehebt gekristalliseerd
hij, zij, hetkristalliseertkristalliseerdeheeft gekristalliseerd
wijkristalliserenkristalliseerdenhebben gekristalliseerd
julliekristalliserenkristalliseerdenhebben gekristalliseerd
zij, zekristalliserenkristalliseerdenhebben gekristalliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Kristalliseren with some of the pronouns.

  • Ik kristalliseer suiker om snoepjes te maken.
  • De wetenschapper kristalliseert de chemische stof in het laboratorium.
  • Kun jij uitleggen hoe je zoutkristallen kristalliseert?
  • Mijn grootmoeder kristalliseert fruit om er jam van te maken.
  • Wanneer de temperatuur daalt, kristalliseert water tot ijs.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kristalliseren with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, kristalliseerde ik vaak honing door hem langzaam af te koelen.
  • Vroeger kristalliseerde dit soort zout spontaan in de ondergrondse grotten.
  • Hij kristalliseerde de chemicaliĆ«n verkeerd en veroorzaakte een explosie.
  • We kristalliseerden vroeger zwavel om kristallen te verzamelen voor onze collectie.
  • Elke keer dat het bevroor, kristalliseerde het sap en werd het ondrinkbaar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kristalliseren with some of the pronouns.

  • Hij heeft de oplossing gekristalliseerd en het resultaat geanalyseerd.
  • We hebben de kaarsvet kristalliseren zien gebeuren tijdens het afkoelen.
  • Ik heb nog nooit eerder zo'n grote hoeveelheid suiker gekristalliseerd.
  • Ze heeft de methode gebruikt die ze in het boek had gelezen en het is gelukt om de substantie te kristalliseren.
  • Jullie hebben al het water laten verdampen en daarna de mineralen gekristalliseerd.