openwerpen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | werp open | wierp open | heb opengeworpen |
jij, je, u | werpt open | wierp open | hebt opengeworpen |
hij, zij, het | werpt open | wierp open | heeft opengeworpen |
wij | werpen open | wierpen open | hebben opengeworpen |
jullie | werpen open | wierpen open | hebben opengeworpen |
zij, ze | werpen open | wierpen open | hebben opengeworpen |
PresensBeta
Example presens sentences for Openwerpen with some of the pronouns.
- Ik werp de vraag open tijdens de les.
- Jij werpt het idee open in de vergadering.
- Hij werpt de mogelijkheid open voor discussie.
- Zij werpen de oplossing open voor iedereen.
- Wij werpen de kwestie open voor onderzoek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Openwerpen with some of the pronouns.
- Ik wierp de vraag open tijdens de les.
- Jij wierp het idee open in de vergadering.
- Hij wierp de mogelijkheid open voor discussie.
- Zij wierpen de oplossing open voor iedereen.
- Wij wierpen de kwestie open voor onderzoek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Openwerpen with some of the pronouns.
- Ik heb de vraag opgeworpen tijdens de les.
- Jij hebt het idee opgeworpen in de vergadering.
- Hij heeft de mogelijkheid opgeworpen voor discussie.
- Zij hebben de oplossing opgeworpen voor iedereen.
- Wij hebben de kwestie opgeworpen voor onderzoek.