staken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | staak | staakte | heb gestaakt |
jij, je, u | staakt | staakte | hebt gestaakt |
hij, zij, het | staakt | staakte | heeft gestaakt |
wij | staken | staakten | hebben gestaakt |
jullie | staken | staakten | hebben gestaakt |
zij, ze | staken | staakten | hebben gestaakt |
PresensBeta
Example presens sentences for Staken with some of the pronouns.
- Ik staak vandaag voor betere arbeidsvoorwaarden.
- Jij staakt regelmatig om je stem te laten horen.
- Hij/zij/het staakt uit solidariteit met de stakers.
- Wij staken voor een rechtvaardiger pensioenstelsel.
- Zij staken al wekenlang voor hogere lonen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Staken with some of the pronouns.
- Ik staakte vaak toen ik nog op school zat.
- Jij staakte regelmatig in de jaren '90.
- Hij/zij/het staakte elke week om aandacht te vragen voor het milieu.
- Wij staakten toen we ons niet gehoord voelden.
- Zij staakten geregeld tijdens de wintermaanden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Staken with some of the pronouns.
- Ik heb gestaakt tijdens de vorige protestactie.
- Jij hebt al eerder gestaakt voor dezelfde redenen.
- Hij/zij/het heeft gisteren gestaakt uit onvrede.
- Wij hebben meerdere keren gestaakt dit jaar.
- Zij hebben langdurig gestaakt voordat er verandering kwam.