ophikken

Conjugations List of Ophikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhik ophikte opheb opgehikt
jij, je, uhikt ophikte ophebt opgehikt
hij, zij, hethikt ophikte opheeft opgehikt
wijhikken ophikten ophebben opgehikt
julliehikken ophikten ophebben opgehikt
zij, zehikken ophikten ophebben opgehikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Ophikken with some of the pronouns.

  • Ik hik de rommel op.
  • Jij hikt de rommel op.
  • Hij/Zij/Het hikt de rommel op.
  • Wij hikken de rommel op.
  • Jullie hikken de rommel op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ophikken with some of the pronouns.

  • Ik hikte de rommel op.
  • Jij hikte de rommel op.
  • Hij/Zij/Het hikte de rommel op.
  • Wij hikten de rommel op.
  • Jullie hikten de rommel op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ophikken with some of the pronouns.

  • Ik heb de rommel opgehikt.
  • Jij hebt de rommel opgehikt.
  • Hij/Zij/Het heeft de rommel opgehikt.
  • Wij hebben de rommel opgehikt.
  • Jullie hebben de rommel opgehikt.