overhoopsteken

Conjugations List of Overhoopsteken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksteek overhoopstak overhoopheb overhoopgestoken
jij, je, usteekt overhoopstak overhoophebt overhoopgestoken
hij, zij, hetsteekt overhoopstak overhoopheeft overhoopgestoken
wijsteken overhoopstaken overhoophebben overhoopgestoken
julliesteken overhoopstaken overhoophebben overhoopgestoken
zij, zesteken overhoopstaken overhoophebben overhoopgestoken

Presens
Beta

Example presens sentences for Overhoopsteken with some of the pronouns.

  • Ik steek alles overhoop.
  • Jij steekt alles overhoop.
  • Hij/Zij steekt alles overhoop.
  • Wij steken alles overhoop.
  • Jullie steken alles overhoop.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overhoopsteken with some of the pronouns.

  • Ik stak alles overhoop.
  • Jij stak alles overhoop.
  • Hij/Zij stak alles overhoop.
  • Wij staken alles overhoop.
  • Jullie staken alles overhoop.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overhoopsteken with some of the pronouns.

  • Ik heb alles overhoopgestoken.
  • Jij hebt alles overhoopgestoken.
  • Hij/Zij heeft alles overhoopgestoken.
  • Wij hebben alles overhoopgestoken.
  • Jullie hebben alles overhoopgestoken.