afkauwen

Conjugations List of Afkauwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkauw afkauwde afheb afgekauwd
jij, je, ukauwt afkauwde afhebt afgekauwd
hij, zij, hetkauwt afkauwde afheeft afgekauwd
wijkauwen afkauwden afhebben afgekauwd
julliekauwen afkauwden afhebben afgekauwd
zij, zekauwen afkauwden afhebben afgekauwd

Presens
Beta

Example presens sentences for Afkauwen with some of the pronouns.

  • Ik kauw het voedsel af.
  • Jij kauwt op je pen.
  • Hij/Zij kauwt langzaam.
  • Wij kauwen op de informatie.
  • Zij kauwen op hun eten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afkauwen with some of the pronouns.

  • Ik kauwde het voedsel af.
  • Jij kauwde op je pen.
  • Hij/Zij kauwde langzaam.
  • Wij kauwden op de informatie.
  • Zij kauwden op hun eten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afkauwen with some of the pronouns.

  • Ik heb het voedsel afgekauwd.
  • Jij hebt op je pen gekauwd.
  • Hij/Zij heeft langzaam gekauwd.
  • Wij hebben de informatie afgekauwd.
  • Zij hebben hun eten afgekauwd.