oprispen

Conjugations List of Oprispen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrisp oprispte opheb opgerispt
jij, je, urispt oprispte ophebt opgerispt
hij, zij, hetrispt oprispte opheeft opgerispt
wijrispen oprispten ophebben opgerispt
jullierispen oprispten ophebben opgerispt
zij, zerispen oprispten ophebben opgerispt

Presens
Beta

Example presens sentences for Oprispen with some of the pronouns.