overerven

Conjugations List of Overerven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikerf overerfde overheb overgeërfd
jij, je, uerft overerfde overhebt overgeërfd
hij, zij, heterft overerfde overheeft overgeërfd
wijerven overerfden overhebben overgeërfd
jullieerven overerfden overhebben overgeërfd
zij, zeerven overerfden overhebben overgeërfd

Presens
Beta

Example presens sentences for Overerven with some of the pronouns.

  • Ik erf een oude familietraditie over.
  • Jij erft het huis van je grootouders over.
  • Hij erft de eigenschappen van zijn vader over.
  • Zij erft een groot fortuin over van haar tante.
  • Wij erven de verantwoordelijkheid voor dit project over.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overerven with some of the pronouns.

  • Vroeger erfde men vaak land en bezittingen.
  • Toen ik jong was, erfde ik altijd kleding van mijn oudere zus.
  • Hij erfde een oude boerderij in het platteland.
  • Zij erfde een talent voor muziek van haar grootmoeder.
  • Wij erfden een waardevolle verzameling munten van onze vader.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overerven with some of the pronouns.

  • Ik heb het schilderij geërfd van mijn overgrootvader.
  • Jij hebt de antieke meubels geërfd van je moeder.
  • Hij heeft een waardevol horloge geërfd van zijn oom.
  • Zij heeft het landgoed geërfd na het overlijden van haar ouders.
  • Wij hebben een collectie boeken geërfd van onze opa.