pressen

Conjugations List of Pressen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikprespresteheb geprest
jij, je, uprestprestehebt geprest
hij, zij, hetprestpresteheeft geprest
wijpressenprestenhebben geprest
julliepressenprestenhebben geprest
zij, zepressenprestenhebben geprest

Presens

Example presens sentences for Pressen with some of the pronouns.

  • Ik pers sinaasappelsap elke ochtend.
  • Jij perst de citroen voor het recept.
  • Hij perst de druiven tot wijn.
  • Wij persen de olie uit olijven.
  • Zij persen het sap uit de vruchten.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Pressen with some of the pronouns.

  • Vroeger perste ik sinaasappelsap elke ochtend.
  • Toen perste jij de citroen voor het recept.
  • Hij perste vroeger de druiven tot wijn.
  • Wij persten vroeger de olie uit olijven.
  • Zij persten vroeger het sap uit de vruchten.

Perfectum

Example perfectum sentences for Pressen with some of the pronouns.

  • Ik heb sinaasappelsap geperst vanochtend.
  • Jij hebt de citroen geperst voor het recept.
  • Hij heeft de druiven geperst tot wijn.
  • Wij hebben de olie uit olijven geperst.
  • Zij hebben het sap uit de vruchten geperst.