ontslippen

Conjugations List of Ontslippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontslipontslipteben ontslipt
jij, je, uontsliptontsliptebent ontslipt
hij, zij, hetontsliptontslipteis ontslipt
wijontslippenontsliptenzijn ontslipt
jullieontslippenontsliptenzijn ontslipt
zij, zeontslippenontsliptenzijn ontslipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontslippen with some of the pronouns.

  • Ik ontslip
  • Jij ontslipt
  • Hij/Zij/Het ontslipt
  • Wij ontslippen
  • Jullie ontslippen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontslippen with some of the pronouns.

  • Ik ontglipte
  • Jij ontglipte
  • Hij/Zij/Het ontglipte
  • Wij ontglipten
  • Jullie ontglipten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontslippen with some of the pronouns.

  • Ik ben ontsnapt
  • Jij bent ontsnapt
  • Hij/Zij/Het is ontsnapt
  • Wij zijn ontsnapt
  • Jullie zijn ontsnapt