transfereren

Conjugations List of Transfereren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktransfereertransfereerdeheb getransfereerd
jij, je, utransfereerttransfereerdehebt getransfereerd
hij, zij, hettransfereerttransfereerdeheeft getransfereerd
wijtransfererentransfereerdenhebben getransfereerd
jullietransfererentransfereerdenhebben getransfereerd
zij, zetransfererentransfereerdenhebben getransfereerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Transfereren with some of the pronouns.

  • Ik transfereren het geld naar zijn rekening.
  • Jij transfereren de bestanden naar de USB-stick.
  • Hij transfereren de documenten naar de printer.
  • Wij transfereren de kennis naar onze collega's.
  • Zij transfereren de eigendomsrechten naar de nieuwe eigenaar.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Transfereren with some of the pronouns.

  • Ik transferreerde het geld naar zijn rekening.
  • Jij transferreerde de bestanden naar de USB-stick.
  • Hij transferreerde de documenten naar de printer.
  • Wij transferreerden de kennis naar onze collega's.
  • Zij transferreerden de eigendomsrechten naar de nieuwe eigenaar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Transfereren with some of the pronouns.

  • Ik heb het geld overgezet naar zijn rekening.
  • Jij hebt de bestanden overgebracht naar de USB-stick.
  • Hij heeft de documenten verplaatst naar de printer.
  • Wij hebben de kennis overgedragen aan onze collega's.
  • Zij hebben de eigendomsrechten overgedragen aan de nieuwe eigenaar.