doorhalen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | haal door | haalde door | heb doorgehaald |
jij, je, u | haalt door | haalde door | hebt doorgehaald |
hij, zij, het | haalt door | haalde door | heeft doorgehaald |
wij | halen door | haalden door | hebben doorgehaald |
jullie | halen door | haalden door | hebben doorgehaald |
zij, ze | halen door | haalden door | hebben doorgehaald |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorhalen with some of the pronouns.
- Ik haal de tekst door.
- Jij haalt de verkeerde zin door.
- Hij/Zij haalt de foutieve woorden door.
- Wij halen de onbelangrijke informatie door.
- Zij halen de regel door die niet meer geldt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorhalen with some of the pronouns.
- Vroeger haalde ik te veel door.
- Toen haalde jij de belangrijke punten door.
- Vroeger haalde hij/zij de zinnen altijd door.
- In het verleden haalden wij de overbodige woorden door.
- Destijds haalden zij de slechte regels door.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorhalen with some of the pronouns.
- Ik heb de zinnen doorgestreept.
- Jij hebt de foute tekst doorgestreept.
- Hij/Zij heeft de onnodige woorden doorgestreept.
- Wij hebben de irrelevante informatie doorgestreept.
- Zij hebben de oude regels doorgestreept.