zwermen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zwerm | zwermde | heb gezwermd |
jij, je, u | zwermt | zwermde | hebt gezwermd |
hij, zij, het | zwermt | zwermde | heeft gezwermd |
wij | zwermen | zwermden | hebben gezwermd |
jullie | zwermen | zwermden | hebben gezwermd |
zij, ze | zwermen | zwermden | hebben gezwermd |
PresensBeta
Example presens sentences for Zwermen with some of the pronouns.
- De bijen zwermen in de lente.
- Vogels zwermen in grote groepen tijdens de migratie.
- Insecten zwermen rond het licht.
- De studenten zwermen uit na het einde van de les.
- De fans zwermen naar het stadion om hun favoriete team aan te moedigen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Zwermen with some of the pronouns.
- Vroeger zwermde de bijen meer dan nu.
- Vogels zwermden in grote aantallen rond tijdens de herfst.
- Insecten zwierven elke avond rond het licht.
- De studenten zwierven door de stad na het einde van de les.
- De fans zwierven van het ene stadion naar het andere om hun favoriete team te volgen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Zwermen with some of the pronouns.
- De vogels zijn gezworven naar warmere gebieden.
- De bijen zijn uitgezwermd om nieuwe koloniƫn te vormen.
- Insecten hebben rond het licht gezworven.
- De studenten zijn uitgezwermd na het einde van de les.
- De fans zijn naar het stadion gezworven om hun favoriete team aan te moedigen.