recirculeren

Conjugations List of Recirculeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrecirculeerrecirculeerdeheb gerecirculeerd
jij, je, urecirculeertrecirculeerdehebt gerecirculeerd
hij, zij, hetrecirculeertrecirculeerdeheeft gerecirculeerd
wijrecirculerenrecirculeerdenhebben gerecirculeerd
jullierecirculerenrecirculeerdenhebben gerecirculeerd
zij, zerecirculerenrecirculeerdenhebben gerecirculeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Recirculeren with some of the pronouns.

  • Ik recirculeer het water in de vijver.
  • Jij recirculeert de lucht in de kamer.
  • Hij/Zij/Het recirculeert de warmte in het huis.
  • Wij recirculeren het papier in de fabriek.
  • Jullie recirculeren de olie in de motor.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Recirculeren with some of the pronouns.

  • Ik recirculeerde het water in de vijver.
  • Jij recirculeerde de lucht in de kamer.
  • Hij/Zij/Het recirculeerde de warmte in het huis.
  • Wij recirculeerden het papier in de fabriek.
  • Jullie recirculeerden de olie in de motor.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Recirculeren with some of the pronouns.

  • Ik heb het water in de vijver gerecirculeerd.
  • Jij hebt de lucht in de kamer gerecirculeerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de warmte in het huis gerecirculeerd.
  • Wij hebben het papier in de fabriek gerecirculeerd.
  • Jullie hebben de olie in de motor gerecirculeerd.