atten

Conjugations List of Atten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikatatteheb geat
jij, je, uatattehebt geat
hij, zij, hetatatteheeft geat
wijattenattenhebben geat
jullieattenattenhebben geat
zij, zeattenattenhebben geat

Presens
Beta

Example presens sentences for Atten with some of the pronouns.

  • Ik atten een glas water.
  • Jij atten vaak koffie in de ochtend.
  • Hij/Zij/Het atten altijd gezond voedsel.
  • Wij atten gisteren samen pizza.
  • Jullie atten vorige week bij dat nieuwe restaurant.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Atten with some of the pronouns.

  • Ik attede een glas water toen hij binnenkwam.
  • Jij attede vaak koffie in de ochtend voordat je naar je werk ging.
  • Hij/Zij/Het attede altijd gezond voedsel als hij/zij honger had.
  • Wij atteden gisteren samen pizza terwijl we een film keken.
  • Jullie atteden vorige week bij dat nieuwe restaurant en het was geweldig.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Atten with some of the pronouns.

  • Ik heb een glas water geatt.
  • Jij hebt vaak koffie geatten in de ochtend.
  • Hij/Zij/Het heeft altijd gezond voedsel geatt.
  • Wij hebben gisteren samen pizza geatt.
  • Jullie hebben vorige week bij dat nieuwe restaurant geatt.