redresseren

Conjugations List of Redresseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikredresseerredresseerdeheb geredresseerd
jij, je, uredresseertredresseerdehebt geredresseerd
hij, zij, hetredresseertredresseerdeheeft geredresseerd
wijredresserenredresseerdenhebben geredresseerd
jullieredresserenredresseerdenhebben geredresseerd
zij, zeredresserenredresseerdenhebben geredresseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Redresseren with some of the pronouns.

  • Ik redresseer de fouten in de administratie.
  • Jij redresseert je houding ten opzichte van het probleem.
  • Hij redresseert de financiële situatie van het bedrijf.
  • Wij redresseren de onrechtvaardigheid in de maatschappij.
  • Zij redresseren de schade na de natuurramp.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Redresseren with some of the pronouns.

  • Ik redresseerde de fouten in de administratie.
  • Jij redresseerde je houding ten opzichte van het probleem.
  • Hij redresseerde de financiële situatie van het bedrijf.
  • Wij redresseerden de onrechtvaardigheid in de maatschappij.
  • Zij redresseerden de schade na de natuurramp.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Redresseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de fouten in de administratie geredresseerd.
  • Jij hebt je houding ten opzichte van het probleem geredresseerd.
  • Hij heeft de financiële situatie van het bedrijf geredresseerd.
  • Wij hebben de onrechtvaardigheid in de maatschappij geredresseerd.
  • Zij hebben de schade na de natuurramp geredresseerd.