overhangen

Conjugations List of Overhangen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhang overhing overheb overgehangen
jij, je, uhangt overhing overhebt overgehangen
hij, zij, hethangt overhing overheeft overgehangen
wijhangen overhingen overhebben overgehangen
julliehangen overhingen overhebben overgehangen
zij, zehangen overhingen overhebben overgehangen

Presens
Beta

Example presens sentences for Overhangen with some of the pronouns.

  • Ik hang over aan de rand van het zwembad.
  • Jij hangt over de reling van de brug.
  • Hij hangt over zijn bureau en staart naar het computerscherm.
  • Zij hangen over de balustrade en genieten van het uitzicht.
  • Wij hangen over de tuinhek en praten met de buren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overhangen with some of the pronouns.

  • Ik hing over de tafel en las een boek.
  • Jij hing over het hek en keek naar de voorbijgangers.
  • Hij hing over de vensterbank en tuurde naar buiten.
  • Zij hingen over de bank en praatten gezellig met elkaar.
  • Wij hingen over de balie en wachtten geduldig op onze beurt.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overhangen with some of the pronouns.

  • Ik heb overgehangen aan de tak van de boom.
  • Jij bent overgehangen tegen de muur van het gebouw.
  • Hij heeft overgehangen op het bankje in het park.
  • Zij is overgehangen aan de reling van de boot.
  • Wij hebben overgehangen aan de leuning van de trap.