ontwellen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontwel | ontwelde | ben ontweld |
jij, je, u | ontwelt | ontwelde | bent ontweld |
hij, zij, het | ontwelt | ontwelde | is ontweld |
wij | ontwellen | ontwelden | zijn ontweld |
jullie | ontwellen | ontwelden | zijn ontweld |
zij, ze | ontwellen | ontwelden | zijn ontweld |
Presens
Example presens sentences for Ontwellen with some of the pronouns.
- Het water ontwelt uit de bron.
- De emotie ontwelt langzaam.
- Mijn tranen ontwellen bij dit verdrietige nieuws.
- De woede ontwelt in me.
- De inspiratie ontwelt tijdens het schrijven.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Ontwellen with some of the pronouns.
- Het water ontwelde uit de bron.
- De emotie ontwelde geleidelijk.
- Mijn tranen ontwelden bij elke herinnering.
- De woede ontwelde snel en hevig.
- De inspiratie ontwelde terwijl ik naar de zonsondergang keek.
Perfectum
Example perfectum sentences for Ontwellen with some of the pronouns.
- Het water is uit de bron ontweld.
- De emotie is plotseling ontweld.
- Mijn tranen zijn ontweld vanwege de pijn.
- De woede is ontweld na het conflict.
- De inspiratie is ontweld tijdens het schilderen.