verderven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verderf | verdierf | heb verdorven |
jij, je, u | verderft | verdierf | hebt verdorven |
hij, zij, het | verderft | verdierf | heeft verdorven |
wij | verderven | verdierven | hebben verdorven |
jullie | verderven | verdierven | hebben verdorven |
zij, ze | verderven | verdierven | hebben verdorven |
PresensBeta
Example presens sentences for Verderven with some of the pronouns.
- Ik bederf de melk als ik hem te lang buiten de koelkast laat staan.
- Jij bederft de sfeer met je negatieve opmerkingen.
- Hij bederft zijn gezondheid door ongezond te eten.
- Wij bederven het feest door ruzie te maken.
- Zij bederven de surprise door per ongeluk het cadeau te verklappen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verderven with some of the pronouns.
- Vroeger bedierf ik altijd eten als ik het probeerde te koken.
- Toen ik jong was, bedierf ik vaak mijn eigen plannen.
- Hij bedierf de verrassing door vroegtijdig thuis te komen.
- Wij bedierven de stemming door te klagen over het weer.
- Zij bedierven de vakantie door constant ruzie te maken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verderven with some of the pronouns.
- Ik heb de melk bedorven door hem te lang buiten de koelkast te laten staan.
- Jij hebt de sfeer bedorven met je negatieve opmerkingen.
- Hij heeft zijn gezondheid bedorven door ongezond te eten.
- Wij hebben het feest bedorven door ruzie te maken.
- Zij hebben de surprise bedorven door per ongeluk het cadeau te verklappen.