rondsnuffelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | snuffel rond | snuffelde rond | heb rondgesnuffeld |
jij, je, u | snuffelt rond | snuffelde rond | hebt rondgesnuffeld |
hij, zij, het | snuffelt rond | snuffelde rond | heeft rondgesnuffeld |
wij | snuffelen rond | snuffelden rond | hebben rondgesnuffeld |
jullie | snuffelen rond | snuffelden rond | hebben rondgesnuffeld |
zij, ze | snuffelen rond | snuffelden rond | hebben rondgesnuffeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Rondsnuffelen with some of the pronouns.
- Ik rondsnuffel door de boekenwinkel op zoek naar iets interessants.
- Jij rondsnuffelt graag in antiekwinkels om verborgen schatten te vinden.
- Hij of zij rondsnuffelt regelmatig in de tuin om nieuwe bloemen te ontdekken.
- Wij rondsnuffelen door de markt om verse groenten en fruit te kopen.
- Zij rondsnuffelen in de buurt op zoek naar aanwijzingen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rondsnuffelen with some of the pronouns.
- Vroeger rondsnuffelde ik altijd in de plaatselijke boekhandel na school.
- Toen ik jong was, rondsnuffelden wij vaak in het park om verstopte schatten te vinden.
- Hij of zij rondsnuffelde elke zondag op rommelmarkten om unieke items te verzamelen.
- Wij rondsnuffelden vroeger samen in de stad om nieuwe winkels te ontdekken.
- Als kind rondsnuffelden zij altijd in de keukenkastjes op zoek naar lekkernijen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rondsnuffelen with some of the pronouns.
- Ik heb rondgesnuffeld in de oude bibliotheek voor mijn onderzoek.
- Jij bent al eens rondgesnuffeld in dit museum tijdens je vakantie.
- Hij of zij heeft gisteren rondgesnuffeld in de kledingwinkel en een mooi shirt gevonden.
- Wij hebben al in verschillende landen rondgesnuffeld om andere culturen te ervaren.
- Zij hebben veel rondgesnuffeld op internet voordat ze hun vakantie boekten.