geilkenen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geilken | geilkende | heb gegeilkend |
jij, je, u | geilkent | geilkende | hebt gegeilkend |
hij, zij, het | geilkent | geilkende | heeft gegeilkend |
wij | geilkenen | geilkenden | hebben gegeilkend |
jullie | geilkenen | geilkenden | hebben gegeilkend |
zij, ze | geilkenen | geilkenden | hebben gegeilkend |
PresensBeta
Example presens sentences for Geilkenen with some of the pronouns.
- Ik geilken nu op een spannend boek.
- Jij geiltken altijd op chocolade.
- Hij/zij/het geilktent graag naar mooie landschappen.
- Wij geilken vaak op avontuurlijke reizen.
- Jullie geilken regelmatig op interessante films.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Geilkenen with some of the pronouns.
- Ik geildekte vroeger vaak op muziek uit de jaren '80.
- Jij geildekte als kind altijd op snoepjes.
- Hij/zij/het geildekte regelmatig op romantische films.
- Wij geildekten in die tijd veel op nieuwe technologieën.
- Jullie geildekten altijd op avondwandelingen in het park.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Geilkenen with some of the pronouns.
- Ik heb geilkend genoten van mijn vakantie.
- Jij hebt geilkend veel geleerd tijdens de cursus.
- Hij/zij/het heeft geilkend lang gewacht op deze kans.
- Wij hebben geilkend samen aan dit project gewerkt.
- Jullie hebben geilkend uitstekend gepresteerd tijdens het concert.