privatiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | privatiseer | privatiseerde | heb geprivatiseerd |
jij, je, u | privatiseert | privatiseerde | hebt geprivatiseerd |
hij, zij, het | privatiseert | privatiseerde | heeft geprivatiseerd |
wij | privatiseren | privatiseerden | hebben geprivatiseerd |
jullie | privatiseren | privatiseerden | hebben geprivatiseerd |
zij, ze | privatiseren | privatiseerden | hebben geprivatiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Privatiseren with some of the pronouns.
- De overheid privatiseert steeds meer bedrijven.
- Ik privatiseer mijn onderneming om meer flexibiliteit te krijgen.
- Jij privatiseert de zorgsector voor efficiƫntie.
- Hij/zij/het privatiseert het openbaar vervoer om kosten te verlagen.
- Wij privatiseren de energiemarkt voor meer concurrentie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Privatiseren with some of the pronouns.
- Vroeger privatiseren weinig landen hun staatsbedrijven.
- Toen ik jong was, privatiseerde mijn vader zijn winkel.
- Jij privatiseerde de spoorwegen tijdens jouw ambtstermijn.
- Hij/zij/het privatiseerde de gezondheidszorg in de jaren '90.
- In de vorige eeuw privatiseerden veel Europese landen hun nutsbedrijven.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Privatiseren with some of the pronouns.
- De regering heeft de postdienst geprivatiseerd.
- Ik heb mijn winkel geprivatiseerd en nu gaat het beter.
- Jij hebt de waterleidingmaatschappij geprivatiseerd.
- Hij/zij/het heeft het telecommunicatiebedrijf geprivatiseerd.
- Wij hebben de luchthaven geprivatiseerd en het beheer verbeterd.