ramsjen

Conjugations List of Ramsjen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikramsjramsjteheb geramsjt
jij, je, uramsjtramsjtehebt geramsjt
hij, zij, hetramsjtramsjteheeft geramsjt
wijramsjenramsjtenhebben geramsjt
jullieramsjenramsjtenhebben geramsjt
zij, zeramsjenramsjtenhebben geramsjt

Presens
Beta

Example presens sentences for Ramsjen with some of the pronouns.

  • Ik ramsj nu regelmatig boeken bij de tweedehandsboekwinkel.
  • Jij ramsjt altijd op rommelmarkten voor leuke koopjes.
  • Hij ramsjt graag in kringloopwinkels om unieke spullen te vinden.
  • Wij ramsjen soms elektronica tegen een lage prijs.
  • Zij ramsjen vaak kleding tijdens uitverkoopperiodes.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ramsjen with some of the pronouns.

  • Vroeger ramsjde ik regelmatig oude lp's op rommelmarkten.
  • Toen ik jong was, ramsjden wij speelgoed bij de plaatselijke braderie.
  • Hij ramsjde altijd naar boeken in de bibliotheek.
  • We ramsjden vroeger samen naar antiekmeubels in de stad.
  • Zij ramsjden als kind vaak naar strips in de boekhandel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ramsjen with some of the pronouns.

  • Ik heb vorige week bij de kringloopwinkel geraamsjd.
  • Jij hebt al veel dingen geraamsjd in je verzameling.
  • Hij heeft onlangs zijn boekenkast met goedkope boeken geraamsjd.
  • Wij hebben gisteren wat vintage meubels geraamsjd.
  • Zij hebben afgelopen maand flink geraamsjd op marktplaats.nl.