raffineren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | raffineer | raffineerde | heb geraffineerd |
jij, je, u | raffineert | raffineerde | hebt geraffineerd |
hij, zij, het | raffineert | raffineerde | heeft geraffineerd |
wij | raffineren | raffineerden | hebben geraffineerd |
jullie | raffineren | raffineerden | hebben geraffineerd |
zij, ze | raffineren | raffineerden | hebben geraffineerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Raffineren with some of the pronouns.
- Ik raffineer suiker in de fabriek.
- Jij raffineert olie voor de productie van brandstof.
- Hij/Zij/Het raffineert metalen om ze zuiver te maken.
- Wij raffineren grondstoffen voor de chemische industrie.
- Jullie raffineren aardgas voor energieopwekking.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Raffineren with some of the pronouns.
- Ik raffineerde suiker in de fabriek.
- Jij raffineerde olie voor de productie van brandstof.
- Hij/Zij/Het raffineerde metalen om ze zuiver te maken.
- Wij raffineerden grondstoffen voor de chemische industrie.
- Jullie raffineerden aardgas voor energieopwekking.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Raffineren with some of the pronouns.
- Ik heb suiker geraffineerd in de fabriek.
- Jij hebt olie geraffineerd voor de productie van brandstof.
- Hij/Zij/Het heeft metalen geraffineerd om ze zuiver te maken.
- Wij hebben grondstoffen geraffineerd voor de chemische industrie.
- Jullie hebben aardgas geraffineerd voor energieopwekking.