realiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | realiseer | realiseerde | heb gerealiseerd |
jij, je, u | realiseert | realiseerde | hebt gerealiseerd |
hij, zij, het | realiseert | realiseerde | heeft gerealiseerd |
wij | realiseren | realiseerden | hebben gerealiseerd |
jullie | realiseren | realiseerden | hebben gerealiseerd |
zij, ze | realiseren | realiseerden | hebben gerealiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Realiseren with some of the pronouns.
- Ik realiseer me dat dit een moeilijke taak is.
- Jij realiseert je hoe belangrijk het is om gezond te eten.
- Hij realiseert zich dat hij een fout heeft gemaakt.
- Zij realiseert zich dat ze haar droom kan waarmaken.
- We realiseren ons dat er veel werk te doen is.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Realiseren with some of the pronouns.
- Ik realiseerde me dat ik iets belangrijks had vergeten.
- Jij besefte dat je hulp nodig had om het te voltooien.
- Hij realiseerde zich dat hij zijn doelen niet had bereikt.
- Zij zag in dat ze fouten had gemaakt en probeerde ze te corrigeren.
- We merkten op dat er iets mis was met het plan.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Realiseren with some of the pronouns.
- Ik heb me gerealiseerd dat ik een vergissing had gemaakt.
- Jij hebt beseft hoeveel tijd je hebt verspild.
- Hij heeft zich gerealiseerd dat hij te laat was.
- Zij heeft ingezien dat ze de verkeerde beslissing heeft genomen.
- We hebben gemerkt dat onze inspanningen vruchten afwerpen.