rechttrekken

Conjugations List of Rechttrekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktrek rechttrok rechtheb rechtgetrokken
jij, je, utrekt rechttrok rechthebt rechtgetrokken
hij, zij, hettrekt rechttrok rechtheeft rechtgetrokken
wijtrekken rechttrokken rechthebben rechtgetrokken
jullietrekken rechttrokken rechthebben rechtgetrokken
zij, zetrekken rechttrokken rechthebben rechtgetrokken

Presens
Beta

Example presens sentences for Rechttrekken with some of the pronouns.

  • Ik trek de lijn recht.
  • Jij trekt de lijn recht.
  • Hij/Zij trekt de lijn recht.
  • Wij trekken de lijn recht.
  • Jullie trekken de lijn recht.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rechttrekken with some of the pronouns.

  • Ik trok de lijn recht.
  • Jij trok de lijn recht.
  • Hij/Zij trok de lijn recht.
  • Wij trokken de lijn recht.
  • Jullie trokken de lijn recht.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rechttrekken with some of the pronouns.

  • Ik heb de lijn rechtgetrokken.
  • Jij hebt de lijn rechtgetrokken.
  • Hij/Zij heeft de lijn rechtgetrokken.
  • Wij hebben de lijn rechtgetrokken.
  • Jullie hebben de lijn rechtgetrokken.