beginnen

Conjugations List of Beginnen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeginbegonben begonnen
jij, je, ubegintbegonbent begonnen
hij, zij, hetbegintbegonis begonnen
wijbeginnenbegonnenzijn begonnen
julliebeginnenbegonnenzijn begonnen
zij, zebeginnenbegonnenzijn begonnen

Presens
Beta

Example presens sentences for Beginnen with some of the pronouns.

  • Ik begin te lezen.
  • Hij begint aan zijn werk.
  • Zij begint haar les voor te bereiden.
  • Wij beginnen met koken.
  • Jullie beginnen morgen met de cursus.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beginnen with some of the pronouns.

  • Ik ben begonnen met het lezen van dat boek.
  • Hij is eerder begonnen met zijn project.
  • Zij is al begonnen met oefenen voor het concert.
  • Wij zijn net begonnen met het bouwen van ons huis.
  • Jullie zijn al begonnen met het studeren voor het examen.