redevoeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | redevoer | redevoerde | heb geredevoerd |
jij, je, u | redevoert | redevoerde | hebt geredevoerd |
hij, zij, het | redevoert | redevoerde | heeft geredevoerd |
wij | redevoeren | redevoerden | hebben geredevoerd |
jullie | redevoeren | redevoerden | hebben geredevoerd |
zij, ze | redevoeren | redevoerden | hebben geredevoerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Redevoeren with some of the pronouns.
- Ik voer een rede over het belang van recycling.
- Jij voert regelmatig een redevoering in de klas.
- Hij/Zij voert een krachtige redevoering op het podium.
- Wij voeren een debat met behulp van verschillende redevoeringen.
- Zij voeren in het openbaar een inspirerende rede.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Redevoeren with some of the pronouns.
- Vroeger voerde ik vaak een rede over politiek.
- Jij voerde altijd boeiende redevoeringen tijdens onze bijeenkomsten.
- Hij/Zij voerde regelmatig redevoeringen op universiteiten.
- Wij voerden samen een lange en intense rede over vrijheid.
- Zij voerden vroeger in het parlement scherpe redevoeringen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Redevoeren with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren een rede gevoerd over klimaatverandering.
- Jij hebt al meerdere redevoeringen gevoerd tijdens je carrière.
- Hij/Zij heeft onlangs een indrukwekkende redevoering gehouden.
- Wij hebben vorige week een succesvolle rede uitgebracht.
- Zij hebben in het verleden veel waardevolle redevoeringen geleverd.