satineren

Conjugations List of Satineren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksatineersatineerdeheb gesatineerd
jij, je, usatineertsatineerdehebt gesatineerd
hij, zij, hetsatineertsatineerdeheeft gesatineerd
wijsatinerensatineerdenhebben gesatineerd
julliesatinerensatineerdenhebben gesatineerd
zij, zesatinerensatineerdenhebben gesatineerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Satineren with some of the pronouns.

  • Ik satineer de stoffen voor de nieuwe collectie.
  • Jij satineert je jurk voor het feest.
  • Hij/Zij/Het satineert de gordijnen in de woonkamer.
  • Wij satineren de tafelkleden voor het diner.
  • Zij satineren hun kostuums voor het toneelstuk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Satineren with some of the pronouns.

  • Ik satinneerde de stoffen voor de nieuwe collectie.
  • Jij satinneerde je jurk voor het feest.
  • Hij/Zij/Het satinneerde de gordijnen in de woonkamer.
  • Wij satinneerden de tafelkleden voor het diner.
  • Zij satinneerden hun kostuums voor het toneelstuk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Satineren with some of the pronouns.

  • Ik heb de stoffen gesatineerd voor de nieuwe collectie.
  • Jij hebt je jurk gesatineerd voor het feest.
  • Hij/Zij/Het heeft de gordijnen in de woonkamer gesatineerd.
  • Wij hebben de tafelkleden gesatineerd voor het diner.
  • Zij hebben hun kostuums gesatineerd voor het toneelstuk.