voorgaan

Conjugations List of Voorgaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikga voorging voorben voorgegaan
jij, je, ugaat voorging voorbent voorgegaan
hij, zij, hetgaat voorging vooris voorgegaan
wijgaan voorgingen voorzijn voorgegaan
julliegaan voorgingen voorzijn voorgegaan
zij, zegaan voorgingen voorzijn voorgegaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorgaan with some of the pronouns.

  • Ik ga voort in mijn studie.
  • Jij gaat voor bij de filmpremière.
  • Hij gaat vooraan in de rij staan.
  • Wij gaan voor in het debat.
  • Zij gaan voort met hun onderzoek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorgaan with some of the pronouns.

  • Vroeger ging ik altijd voor in het spel.
  • Toen jij binnenkwam, ging ik snel voort.
  • Hij ging vaak voorop tijdens de excursies.
  • Wij gingen regelmatig voor in het zingen van liederen.
  • Zij gingen eerder voort dan gepland.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorgaan with some of the pronouns.

  • Ik ben voorgegaan in de marathon van vorig jaar.
  • Jij bent voorbijgegaan aan mijn advies.
  • Hij is vooraangegaan in het organiseren van het evenement.
  • Wij zijn voortgegaan met de ontwikkeling van de software.
  • Zij zijn vooruitgegaan in hun carrière.