wapenen

Conjugations List of Wapenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwapenwapendeheb gewapend
jij, je, uwapentwapendehebt gewapend
hij, zij, hetwapentwapendeheeft gewapend
wijwapenenwapendenhebben gewapend
julliewapenenwapendenhebben gewapend
zij, zewapenenwapendenhebben gewapend