remixen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | remix | remixte | heb geremixt |
jij, je, u | remixt | remixte | hebt geremixt |
hij, zij, het | remixt | remixte | heeft geremixt |
wij | remixen | remixten | hebben geremixt |
jullie | remixen | remixten | hebben geremixt |
zij, ze | remixen | remixten | hebben geremixt |
PresensBeta
Example presens sentences for Remixen with some of the pronouns.
- Ik remix elke dag muziek.
- Jij remixt graag popnummers.
- Hij remixt de nieuwste hits voor de club.
- Zij remixen bekende liedjes op een unieke manier.
- We remixen deze track voor een optreden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Remixen with some of the pronouns.
- Vroeger remixte ik vaak muziek voor feestjes.
- Toen hij jong was, remixte hij zijn favoriete nummers.
- Elke week remixten we nieuwe tracks in de studio.
- Ze remixten alle klassiekers tijdens het liveoptreden.
- In die tijd remixte ik voornamelijk dancehits.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Remixen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren een nummer geremixt.
- Jij hebt al veel liedjes geremixt.
- Hij heeft de beats perfect geremixt.
- Zij hebben samen een remixalbum uitgebracht.
- We hebben de vocals van het nummer geremixt.