verdoen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verdoe | verdeed | heb verdaan |
| jij, je, u | verdoet | verdeed | hebt verdaan |
| hij, zij, het | verdoet | verdeed | heeft verdaan |
| wij | verdoen | verdeden | hebben verdaan |
| jullie | verdoen | verdeden | hebben verdaan |
| zij, ze | verdoen | verdeden | hebben verdaan |
PresensBeta
Example presens sentences for Verdoen with some of the pronouns.
- Ik verdoe mijn tijd aan nutteloze dingen.
- Jij verspilt je energie door te veel te werken.
- Hij verdoet zijn leven met onbelangrijke zaken.
- Zij besteden hun geld aan luxe vakanties.
- Wij verdoen onze avonden met tv kijken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verdoen with some of the pronouns.
- Vroeger verspilde ik veel tijd aan videogames.
- Toen verdaan jij je energie aan sportactiviteiten.
- Hij verspilde zijn leven aan een baan die hij haatte.
- Vroeger verdaan zij hun geld aan impulsieve aankopen.
- Toen verdaanden wij onze avonden met lange wandelingen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verdoen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn tijd verdaan aan zinloze discussies.
- Jij hebt je energie verspild aan die projecten.
- Hij heeft zijn leven verdaan met het najagen van roem.
- Zij hebben hun geld verdaan aan dure kleding.
- Wij hebben onze avonden verdaan met feesten.