resigneren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | resigneer | resigneerde | heb geresigneerd |
jij, je, u | resigneert | resigneerde | hebt geresigneerd |
hij, zij, het | resigneert | resigneerde | heeft geresigneerd |
wij | resigneren | resigneerden | hebben geresigneerd |
jullie | resigneren | resigneerden | hebben geresigneerd |
zij, ze | resigneren | resigneerden | hebben geresigneerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Resigneren with some of the pronouns.
- Ik resigneer in mijn huidige baan.
- Jij resigneeert niet graag, maar soms moet het.
- Hij/zij/het resigneeert altijd bij tegenslagen.
- Wij resigneren als team wanneer we geen andere optie hebben.
- Jullie resigneren vandaag en beginnen morgen aan een nieuw avontuur.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Resigneren with some of the pronouns.
- Ik resigneerde elke dag met tegenzin.
- Jij resigneerde regelmatig in je vorige functie.
- Hij/zij/het resigneerde toen de situatie onhoudbaar werd.
- Wij resigneerden collectief en verlieten het bedrijf.
- Jullie resigneerden voordat de problemen escaleerden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Resigneren with some of the pronouns.
- Ik heb geresigneerd na lang overwegen.
- Jij hebt niet geresigneerd ondanks de moeilijkheden.
- Hij/zij/het is geresigneerd en zoekt nu naar nieuwe mogelijkheden.
- Wij zijn als team geresigneerd vanwege de ongunstige omstandigheden.
- Jullie zijn geresigneerd en hebben een welverdiende pauze genomen.