rondbrieven

Conjugations List of Rondbrieven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbrief rondbriefde rondheb rondgebriefd
jij, je, ubrieft rondbriefde rondhebt rondgebriefd
hij, zij, hetbrieft rondbriefde rondheeft rondgebriefd
wijbrieven rondbriefden rondhebben rondgebriefd
julliebrieven rondbriefden rondhebben rondgebriefd
zij, zebrieven rondbriefden rondhebben rondgebriefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Rondbrieven with some of the pronouns.

  • Ik rondbrief vandaag over de nieuwe schoolregels.
  • Jij rondbrieft regelmatig informatie aan je collega's.
  • Hij/Zij rondbrieft het nieuws naar alle medewerkers.
  • Wij rondbrieven elke maand de vergaderagenda.
  • Jullie rondbriefden de uitnodigingen voor het feest.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rondbrieven with some of the pronouns.

  • Vroeger rondbriefde ik altijd per post, maar nu gaat alles digitaal.
  • Toen ik nog op school zat, rondbriefde ik de roosterwijzigingen aan mijn klasgenoten.
  • Hij/Zij rondbriefde regelmatig over de voortgang van het project.
  • In die tijd rondbriefden wij elke week de samenvatting van de lesstof.
  • Jullie rondbriefden vaak over de activiteiten van de school tijdens ouderavonden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rondbrieven with some of the pronouns.

  • Ik heb rondgebrieft over de wijzigingen in het lesrooster.
  • Jij hebt regelmatig rondgebrieft aan ouders en verzorgers.
  • Hij/Zij heeft het belangrijke bericht rondgebrieft aan de hele school.
  • Wij hebben de nieuwsbrief rondgebrieft naar alle leerlingen.
  • Jullie hebben de resultaten van het onderzoek rondgebrieft aan de directie.